Vliegeren is een van de leukste activiteiten die je op een strand kunt doen. Wellicht niet meteen op de allerdrukste zomerdag voor de pier van Scheveningen. Maar op rustigere momenten is het een leuk tijdverdrijf voor jong en oud. Daarom even een uitstapje naar een andere sport/hobby dan het zwemmen
Je ziet op het strand regelmatig mensen die duidelijk voor het eerst met een vlieger aan de gang gaan. Hetgeen vaak erg amusante taferelen geeft voor de toeschouwers. Rennen, liefst met de wind mee, molenwieken met de armen en vooral geen vlieger die in de lucht blijft. En naarmate de vlieger zich vaker tollend in de grond boort neemt de teleurstelling (bij het kind) en de frustratie (bij de ouder) snel toe.

Het stuntvliegeren, zoals je dat iets verderop op het strand zie gebeuren of de demo in de onderste video, vergt echt wel flinke oefening maar een vlieger in de lucht krijgen en houden is echt niet zo heel moeilijk; tenslotte kunnen ze het al duizenden jaren. Als je de basics die we hieronder op een rijtje zetten in acht houdt moet het gaan lukken.
De vlieger
Vliegers heb je in heel veel soorten en maten. 1-, 2- en 4-lijns vliegers. Van razendsnelle stuntvliegers tot grote krachtige trekvlieger voor bij het kittesurfen. Van een lieve kleine eddy tot een eenlijnsvlieger die je als een waslijn vol kunt hangen met versiersels, een zogeheten lucht-anker. Het gaat te ver die hier allemaal te benoemen. We zijn dan ook op zoek naar een geschikte beginners vlieger en niet naar een specialist.
Een veel gekocht model is de slechte vlieger. Voor een tientje hangen in de strandshops vliegers die de naam vlieger nauwelijks mogen hebben. Slechte constructie, nog slechtere lijnen (daarover zo meteen meer) en vaak matig afgesteld. In diezelfde shops hangen ook wel betere vliegers maar zie het verschil maar eens.
Een vlieger hoeft geen fortuin te kosten maar een nette tweelijns vlieger begint ergens bij de 50 euro. Je hebt al aardige vanaf een euro of 25 inclusief lijnen, maar als beginner wil je ook graag een stevige vlieger die eens een keer een crash kan doorstaan, en dan moet je eigenlijk niet in het onderste segment gaan zitten.

Bij eenlijns vliegers heb je hetzelfde, om goed te vliegen moet de constructie kloppen. Alleen dan staat de vlieger stabiel, rustig dansend, in de lucht. Bij veel goedkope eddy’s ( zeg maar de vlieger die er als een vlieger uitziet) en andere budget vliegers klopt de verhouding tussen gewicht en oppervlakte niet waardoor ze alleen bij een hele specifieke wind de lucht in willen.
De beste manier om aan je eerste en dan meteen goede (en dat is dus niet hetzelfde als peperdure) vlieger te komen is een bezoek aan een vliegerwinkel. Daar kunnen ze je op basis van je wensen uitstekend verder helpen. Ze laten je als het nodig is zien hoe je de vlieger in elkaar zet en hoe je de lijnen vast maakt. Helaas zijn er helemaal niet zoveel vliegerspecialisten direct aan de kust. Onderaan staat een lijstje van vliegershops waar je voor advies goed terecht kunt.
De lijnen
Veel budget tweelijns vliegers worden verkocht met nylon lijnen, dat is lekker goedkoop. Probleem met deze lijnen is dat ze enorm rekken waardoor de vlieger in feite onbestuurbaar is. Moderne, goede lijnen bestaan uit dynema of een andere supervezel. Die zijn oersterk en er zit vrijwel geen rek meer in.
Bij eenlijns-vliegers is de rek in de lijn vaak wel wenselijk, dan worden windstootjes namelijk beter opgevangen. Voor eenlijns-vliegers zie je meestal polyester lijnen.
De wind
Je kunt bij elke wind vliegeren, mits je de juiste vlieger voor de juiste wind hebt. Er zijn zelfs ultra-lights waarmee je bij windstil weer of binnen kunt vliegeren. De meeste beginners vliegers zijn geschikt voor een vrij breed windbereik van 3 – 6 Beaufort. Waarmee je op veel dagen met normale wind kunt vliegeren. Ga niet met een lucht-anker dat bedoelt is voor windkracht 2 aan de gang als het 5 beaufort is in het gunstigste geval gaat de vlieger stuk en anders snijdt de lijn je vingers wel aan gort. Hetzelfde geld voor de bestuurbare vliegers, het vliegt gewoon niet leuk als de wind en de vlieger niet bij elkar horen
Vliegeren kan het beste als de wind vrij kan komen aanwaaien, aan zee is dat dus bij aanlandige wind of als de wind parallel aan de kust loopt. Bij aflandige wind komt deze over de duinen of zeekering en is het een stuk moeilijker.
De vlieger gaat harder naarmate het harder waait, je eerste keer vliegeren doe je het beste bij windkracht 3 of maximaal 4. Bedenk dat het van 3 naar 4 al 1,5 zo hard waait. (uitleg over de windkracht)
Waar mag je vliegeren?
Er zijn een paar wettelijke regels die omschrijven waar je niet mag vliegeren. De twee die er toe doen :
- niet in de buurt van bovengrondse elektrische leidingen (500 meter)
- niet in de buurt van vliegvelden (5 kilometer – sommige vliegvelden 3 kilometer dan moet je het verschil maar net weten)
Daarnaast geld een hoogtebeperking, je mag niet hoger komen dan 100 meter. Dan heb je het over 150 of meer meter lijn.
Voor veel stranden gelden echter extra beperkingen, vaak zijn delen van het strand verboden voor vliegers. Vaak gaat het dan specifiek om bestuurbare vliegers en gelden de beperkingen alleen in een bepaalde periode. Stel je op de hoogte voor je los gaat met je vlieger.
Waar kun je vliegeren?
Met een beetje gezond verstand kun je wel bedenken dat vliegeren langs een verkeersweg of op een druk strand niet handig is en kun je dus ook een plek bedenken waar het wel kan. Jij als vliegeraar bent sowieso verantwoordelijk voor je vlieger en de schade die je veroorzaakt. En veel mensen vinden het idee van een vlieger (die ook nog eens lawaai maakt) boven hun hoofd niet prettig.
Eenmaal opgelaten heb je voor een eenlijnsvlieger niet veel ruimte meer nodig, maar voor een bestuurbare des te meer. De lengte van je lijnen bepalen de ruimte die je nodig hebt.
Oplaten van een vlieger
Tussen de vliegerlijn en de vlieger zelf zit nog een verbinding: het zogeheten toom. Dat toom kan bestaan uit een aantal lijntjes of een stuk stof. Dit toom zorgt ervoor dat de vlieger de juiste positie ten opzichte van de wind heeft als deze eenmaal in de lucht is. Zo blijft een eenlijns stabiel hangen en is de tweelijns goed bestuurbaar. Datzelfde toom zorgt er echter ook voor dat de vlieger vlak bij de grond moeilijker vliegt, het is dus niet zo vreemd dat het oplaten wat moeite kost. Daarnaast is de wind aan de grond vaak ook minder dan iets hoger in de lucht.
Door de afstelling van het toom te veranderen kun je het gedrag van de vlieger aanpassen aan bijvoorbeeld de wind. Dat is echt iets voor de gevorderde. Ga er bij een goede vlieger vanuit dat het toom goed afgesteld staat en dat het hem echt in jouw vaardigheden zit dat de vlieger niet wil.
Bij het oplaten van de vlieger sta je met je rug naar de wind. Kijk naar de vlaggen in de buurt of laat wat fijn zand neerdwarrelen om de windrichting te bepalen.
Oplaten eenlijns-vlieger
Eenlijns-vliegers hebben vaak hele lange lijnen, om de vlieger op te laten rol je een meter of 15 uit. Een hulp kan de vlieger voor je boven zijn hoofd houden. Sommige vliegers, zoals de boven afgebeeld, moeten zichzelf opblazen. Zorgt dat de wind de luchtkamers vult.
Houdt nu de haspel met gestrekte arm voor je, zorg dat de lijn strak komt te staan. En terwijl je hulp de vlieger loslaat trek je je arm rustig naar je toe. Wil de vlieger niet omhoog dan loop je rustig tegen de wind in achteruit. Je hulp moet de vlieger niet opgooien, dat werkt averechts. Ga niet lopen rennen dat heeft geen nuttige bijdrage.
De vlieger zal nu gaan stijgen en afhankelijk van de windkracht na enige tijd een vaste positie bereiken. Nu kun je beginnen met de haspel verder af te rollen. Hierbij zal de vlieger eerst weer dalen, geef dus niet teveel lijn anders ligt de vlieger weer op de grond.
Bij voldoende wind en wat handigheid kun je de vlieger met een metertje lijn voor je uit laten wapperen, zodra de wind pakt geeft je lijn mee en is de vlieger in de lucht.
Besturen tweelijns-vlieger
Voordat we een tweelijns, en dus bestuurbare, vlieger kunnen oplaten moeten we het eerst hebben over het besturen van de vlieger. Veel beginnende vliegeraars eindigen met hun armen wijd gespreid boven achter en langs hun lichaam. Daarbij trekken ze zo veel en zo hard mogelijk aan de lijnen. Afgezien dat het amusant is voor de toeschouwer heeft dit alles geen enkel nut.
De positie van je handen is vlak naast of voor je lichaam. Je ellebogen zijn licht tot haaks gebogen en zitten vlak bij je lijf. De stuurbeweging zelf is heel subtiel, zolang je gewoon bochtjes draait ga je niet meer dan een paar centimeter heen en weer. De vlieger heeft even tijd nodig om op je stuurbeweging te reageren en heeft ook voor de bocht zelf tijd nodig. Vergelijk het met het besturen van je fiets, als je daar je stuur in 1 keer dwars zet ga je niet sneller de bocht om maar over de kop.
Je stuurt met twee handen, dus als links een centimeter naar achteren gaat gaat rechts een centimeter naar voren.
Verder is het als je rechts trekt de vlieger een bocht naar rechts maakt. En als je links trek gaat de vlieger linksaf. Als je naar de beweging van je handen kijkt is dat hetzelfde als bij een stuur van een fiets of auto.
Monkeysee, waarvan ook bovenstaande video is heeft ook duidelijke tutorials over het vliegen met een bestuurbare stuntvlieger weliswaar in het Engels maar de uitleg is heel rustig en stap voor stap.
Oplaten tweedelijns-vlieger
Bij een tweelijns vlieger rol je de lijn volledige uit waarbij het van belang is dat de lijnen precies even lang zijn!. Als de lijnen om elkaar heen gedraaid zijn is dat op zich niet erg maar je moet wel weten welke links en rechts is, hiervoor hebben de uiteindes van de lijnen vaak verschillende kleuren. Maak de lijnen vast aan de vlieger en de handvatten.
Laat je hulp de vlieger weer vasthouden. Eventueel kun je de vlieger ook tegen een paal zetten of achterover in het zand leggen, voor de start trek je de vlieger dan overeind.
Strek je armen, zorg dat de lijnen strak staan. En terwijl je hulp de vlieger losgaat, wederom niet gooien, trek je je handen tot vlak voor je lichaam. Eventueel loop je rustig naar achteren. Zorg dat je handen dezelfde positie hebben t.o.v. je lichaam en de vlieger zal recht omhoog gaan. Als de vlieger zijn positie heeft kun je beginnen met rustige stuurbewegingen. Stuur niet te veel naar links of rechts. Je verlaat dan het wind venster en je vlieger gaat landen.
Neerhalen eenlijns-vlieger
Het weer omlaag krijgen van een eenlijnsvlieger kan nog een hele kunst zijn. Met een kleine vlieger kun simpelweg beginnen met de haspel weer in te rollen of de lijn met je hand intrekken (zoals in de video hierboven). Maar heb je een wat grotere vlieger met flink wat trekkracht wil dat niet meer en het is ook best gevaarlijk voor je vingers. Je hebt dan goede werkhandschoenen nodig.
Zelf gebruik ik een stevige musketonhaak. De vliegerlijn maak ik vast, de musketonhaak klik ik om de lijn en dan loop ik de haak vasthoudend naar de vlieger toe de lijn omlaag trekkend. Dit werkt zelfs als het hard waait. De haak wordt wel flink heet.
Neerlaten tweelijns-vlieger
Het weer op de grond krijgen van een bestuurbare vlieger is eigenlijk makkelijker dan een eenlijns-vlieger. Stuur de vlieger helemaal naar links of rechts en hij komt vanzelf – zachtjes- naar beneden.
Lijst met vliegerwinkels langs de kust
Hieronder een aantal vliegershops aan de kust of op de waddeneilanden.
- Thijs Vlieger – Schiermonnikoog (meteen op het strand, veel mogelijkheden voor proberen en hulp)
- Badweg sportief – de Koog – Texel
- Texel vliegerhuis – Den Burg – Texel
- Het Coraaltje – Callantsoog – Noord Holland
- Koets – Zoutelande – Zeeland
- Sportshop – Domburg – Zeeland
Geef een reactie